Verven - Face of foto kaarten (Jack, Queen en King).
Pair - Twee kaarten van dezelfde gezicht of getal.
Pass - om te folden.
Pay off - op te roepen de laatste ronde van het wedden wanneer je wel of niet mag denken dat je de beste hand hebt.
Picture Cards - Face kaarten (Jack, Queen en King).
Play Back - te verhogen of re-raise van een andere speler bet.
Playing the Board - In flop games wanneer je je beste hand van vijf kaarten is alle vijf de community cards.
Pocket - De vaststelling van kaarten of hole cards.
Pocket Rockets - Een paar azen in de zak of gat.
Positie - Wanneer een speler gaat zitten in verband met de dealer, dus tot oprichting van die speler de plaats in de weddenschappen volgorde.
Post - Als je inzet post een, plaats je je chips in de pot. (U moet achteraf de blinds.)
Pot - Het geld of chips in het midden van een tabel dat de spelers te proberen om te winnen.
Pot Limit - Dit is een spel waarbij de maximale inzet kan gelijk zijn aan de pot.
Prop - Een persoon ingehuurd door de cardroom om te werken als een eigen veiling.
Push - Wanneer de dealer duwt de chips aan de winnende speler aan het eind van een hand. Het is ook bij de dealers te roteren naar andere tabellen.
Put Down - een hand op te vouwen.
Get Paid To Learn From Gus Hunsen